Inleiding
Welkom op onze website over de geografie en geschiedenis van de beken en waterlopen in de gemeente Haacht. Hieronder kan je uitgebreide informatie vinden over deze fancinerende landschapselementen.
Interesse in een wandeling van ongeveer 5 kilometer langsheen enkele van deze beken? Download de GPX route voor je gps hiernaast!
Beek (Oude Laak)
Deze beek met weinig inspirerende naam “Beek” is een 4 km lange waterloop die begint op grondgebied Herent. Al snel stroomt ze door op grondgebied Tildonk, waar ze tegen het kanaal botst. Ze buigt er noodgedwongen af naar rechts, volgt de dijk in rechte lijn en vindt ondanks deze hindernis dan toch de Lipsebeek, waar ze haar water naartoe leidt.
Volgens de 18e-eeuwse Ferrariskaart duikt ze echter onder het kanaal door, waarna ze haar (oorspronkelijke?) loop door Wespelaar volgt en daarna de Leibeek vervoegt.
Beverdijkbeek (Doelage, Doelagebeek)
De Beverdijkbeek ontspringt in het Schoonbroek, en beschrijft al kronkelend een grote bocht naar het oosten waar ze uitmondt in de grotere Leibeek. In die bocht vormt ze de spreekwoordelijke kapstok voor een heel grachtenstelsel, dat allicht ooit werd gegraven om het drassige gebied te ontwateren en daardoor geschikt te maken voor landbouwactiviteiten.
Binnebeek (Haachtsebeek, Hollakenbeek)
De Binnenbeek loopt door een 800 meter brede, halfcirkelvormige depressie ten oosten van de dorpskern van Haacht. Op de kaart is deze “bocht” duidelijk zichtbaar door het straten- en bebouwingspatroon. Eigenlijk is het een overblijfsel van één van de fossiele meanders van doe “oer-Dijle” die veel groter was en een grilliger verloop had dan de huidige Dijle.
De vijvers langs de Binnenbeek in de dorpskom dateren met zekerheid uit de 17e eeuw. Het waren waarschijnlijk turfkuilen: ontstaan door het systematisch uitgraven van turf. Deze venige ondergrond werd immers gebruikt als brandstof. Ze horen momenteel tot het domein van het Lombaardenhof.
Bosveldbeek
De 2 km lange Bosveldbeek is niet terug te vinden op historische kaarten: we nemen aan dat het een in de 20e eeuw gegraven beek is die afwatert naar de Leibeek. Ze begint als kleinere Bosveldloop en stroomt haar eerste kilometer schrijlings langs het arboretum van Wespelaar. Dit is een toegankelijk gemaakt domein van de eeuwenoude familie de Spoelberch. Huidige burggraaf Philippe de Spoelberch begin in 1987 een bomencollectie uit te bouwen die intussen meer dan 2.200 verschillende soorten en variëteiten telt.
Don Boscogracht (Kerklandbeek)
De Don Boscogracht loopt van vlakbij het Don Bosco-instituut, onder de Jennekesstraat door, naar de natte graslanden van het Schorisgat. Daar mondt ze uit in de grotere Leibeek. Omdat de Leibeekvallei (waarin ook het Schorisgat ligt) zich hier in een fossiele Dijlebedding bevindt die opgevuld raakte met klei en leem, houdt het vaak regenwater vast. De Don Boscogracht is een van de grachten die draineert zodat het gebied begaanbaar wordt.
Helstenbeek (Schouwbroekbeek)
De Helstenbeek loopt noordoostelijk van de Elsten (naar het historische toponiem Helsten). De waterloop kan ook Schouwbroekbeek genoemd worden, naar de oude plaatsnaam van het drassige gebied. Op de Villaretkaart uit de 18e eeuw wordt de plek ‘Skabrouck’ genoemnd; op de 19e eeuwse Popp-kaart ‘Schaebroeck’.
Ketelstraatloop
Deze waterloop vertrek achter de “nieuwe” kerk van Winksele en vervolgt haar loop onmiddellijk op grondgebiek Tildonk. Ze volgt de Ketelstraat en mondt een kleine 1,5 km verder uit in de Lipsebeek, ter hoogte van visvijver Capri.
Kraneveldbeek (Beek, Hofstatbeek)
Deze beek ontspringt aan de gracht van het de huidige Craeneveldhoeve, op de grens met Werchter. Deze indrukwekkende omgrachte vierkantshoeve gaat terug op het middeleeuwse Hof ter Hofstat: de bakermat van het Brabants riddergeslacht Vander Hofstad.
Het unieke is dat de omgeving van de Craeneveldhoeve bleef nagenoeg ongewijzigd sinds het einde van de 18e eeuw. De vierkante gracht rond de hoeve is nog steeds open water en is beplant met hakhout. Enkele akkervelden werden omgevormd tot graslanden. De gronden van de hoeve sluiten aan bij het complex dat wordt gebruikt voor Rock Werchter. Leuk detail: de politiepaarden worden tijdens de festivaldagen in deze hoeve op stal gezet.
© Villaretkaart (1745-1748)
Leibeek (Laakbeek)
De Leibeek stroomt van west naar oost door het Haachts Broek. Het is een nat gebied omdat de lemig zand- en kleibodem moeilijk doordringbaar is. Net omdat het gebied zo waterrijk is, bleef het gespaard van bebouwing. De natte gronden werden gebruikt als weiland, de hoger gelegen en dus drogere gronden waren geschikt als akker.
Dit is een vrij groot natuurgebied met heel wat variatie. Het is een lappendeken van bos, wei, natte hooilanden, akker en struweel, dat mee door grazers en door Natuurpuntvrijwillgers onder controle wordt gehouden. Heel wat zeldzame dier- en plantensoorten die zuiver water nodig hebben, vinden hier hun thuis. In de lente tal van voorjaarsbloeiers, in de herfst steken paddestoelen de kop op. Houtsnip en grootoorvleermuis bevolken het luchtruim; deze laatste overwinteren maar al te graag in de oude bunkers langs de nabijgelegen antitankgracht.
De Leibeek vormt de historische grens is tussen Haacht en Wespelaar. Ze ontspringt aan de historische vierkantshoeve Hof Ten Dormaal, tegenwoordig hoevebrouwerij.
Lipsebeek
De Lipsebeek ontspringt uit het kwelgebied van het Herentse Kastanjebos, een stukje waterrijke topnatuur. Ze stroomt vervolgens richting Tildonk. Meer dan een eeuw geleden werd hier in de Dijlelinie tot een bloederige confrontatie tussen de oprukkende Duitse troepen en de Belgische verdedigers. Maar zefs in 1266 was dit al het decor van wapengekletter. De geplande Mechelse inval van een groep leuvense edelen en hun troepen, werd er vroegtijdig gesaboteerd door Wouter Berthout, heer van mechelen. De Slag bij de Lipsebeek draaide uit in het voordeel van de Mechelaars.
De Lipsebeek stroomt al die eeuwen later nog steeds en neemt enkele recentere hindernissen: ze kruist de Mechelsesteenweg, en in Wespelaar duikt ze onder het kanaal Leuven-Dijle (“de Vaart”) door.
Aangekomen in het zuiden van het Haachts Broek, mondt ze uit in de Leibeek. Het is een nat gebied omdat de lemig zand- en kleibodem moeilijk doordringbaar is. Net omdat het gebied zo waterrijk is, bleef het gespaard van bebouwing. De natte gronden werden gebruikt als wei- en hooiland. Tegenwoordig is het een lappendeken van bos, wei, natte hooilanden, akker en struweel, dat mee door grazers en door Natuurpuntvrijwillgers onder controle wordt gehouden. Heel wat zeldzame dier- en plantensoorten die zuiver water nodig hebben, vinden hier hun thuis.
Petrus Mentenspadloop (Moosdonkbeek)
Ten zuiden van het Kasteel van Roost en de Antitankgracht vertrekt de Petrus Mertenspadloop: deze ontwatert in de Binnebeek die nog zuidelijker stroomt. In de buurt van de loop ligt ook de Petrus Mertensweg en het Petrus Mertenspad.
Welke Bekende Haachtenaar verdient het zijn naam overal te mogen opplakken? Daarvoor moeten we terug naar de 16e eeuw. Petrus Mertens stichtte in een van de allereerste stenen huizen van Haacht -achter de Sint Remigiuskerk- een “koraalschool”. Daar kwamen een vijftal kleuters per jaar instromen om te leren lezen en schrijven, maar ook Latijn en orgelmuziek onder de knie te krijgen. Het was kortweg een opleiding om later als koster aan de slag te kunnen.
Putbosbeek
De Putbosbeek vertrekt in Wijgmaal maar krinkelt al gauw Tildonk binnen. Daar komt het water vanuit de Hambosbeek erbij. Op het einde nog even een klein hoekje van Rotselaar meepikken… alvorens uit te monden in de Leibeek ten zuiden van Wakkerzeel. In totaal is de Putbosbeek toch wel 6 km lang. De beek is ook al ingetekend op de 18e-eeuwse Villaretkaart, waar ze ten noorden van het “Bois de Put” verschijnt.
© Villaretkaart (1745 – 1748)
Puttekomheideloop (Puttekombeek, ’s Herenvijvergracht, Koekelbergbeek)
Voor eind 18e eeuw lagen bevonde ten westen van de Hansbrugweg twee vijvers die eigendom waren van de heer van Haacht. De grootste van de twee werd rond 1970 leeggelaten door de afvoerbeek te verdiepen… en zo ontstond op die plek de huidige Puttekomheideloop.
Deze kleine loop of grote gracht mondt 250 meter verder uit in de Binnebeek.
Roodhoeveloop (Delebroekbeek)
De huidige Roodhoeveloop loopt dwars doorheen de vroegere omgrachting van vroegere Roodhoeve (voor de 18e eeuw bekend als het Hof van Delebroek). De de oude naam (“broek”) en de ligging net ten zuiden van de Dijle, kunnen we afleiden dat het een drassig gebied was en de Roodhoeveloop gegraven is om het water te draineren naar de Wilde heidebeek, zo’n kleine 200 meter zuidelijker. de hofgracht van het aloude Hof van Delebroek , dat weliswaar op het einde van de 18de eeuw als Roodhoeve bekend stond.
© Topografische kaart Vandermaelen (1846 – 1854)
De Spoelberchgracht
Deze 800 m lange gracht vertrekt aan het kanaal Leuven-Dijle en mondt achter het kasteelpark van Wespelaar uit in de Bosveldbeek. Het 18e-eeuws park herbergt het kasteel de Spoelberch. De al sinds de 14e-eeuw adellijke familie de Spoelberch kreeg het via een huwelijk in eigendom anno 1922. Het huidige landhuis dateert uit het midden van de 20e eeuw maar gaat helemaal terug op een middeleeuwse watermotte, een houten embryonale burcht op omgrachtte heuvel.
Groenstraatloop
Deze 700 m lange gracht volgt de Groenstraat van in Hambos tot waar ze de Leibeek kruist vlakbij hoevebrouwerij Hof Ten Dormaal. De Groenstraat vervolgt haar weg, maar de loop mondt uit in de Leibeek.
Hoge Beek (Wolvenbeek)
De Hoge Beek is een 6 km lange beek die doorheen Bertem, Herent en Haacht stroomt. Ze “ontspringt” tegenover de van oorsprong 13e-eeuwse Augustijnerhoeve bij Bertembos. De aanhalingstekens zijn letterlijk te nemen want er is namelijk geen bron. Bovenop het Bertemse plateau vertrekt namelijk een holle weg die de flank afdaalt.
Wanneer het fel regent, verandert de weg in een beekloop: de Hoge Beek. Na het duikje onder de Brusselsesteenweg verandert het holle wegkarakter in een gracht: deze vervoert het regenwater, maar in de droge periodes is er hooguit hier en daar een poeltje terug te vinden. Dit is al eeuwenlang het geval. Op oude kaarten is de overgang holle weg naar beekbedding duidelijk ingetekend.
De historische naam van de Hoge Beek is de “Wolvebeeck”: het woeste wolf verwijst naar het wild aanzwellend water dat plots kan verschijnen in de bedding. Het erg sterke verval van 40 m in de loop van de eerste 2 km van de beek, zorgt dan ook regelmatig voor wateroverlast in de lager gelegen gebieden.
Het laatste stukje van de beekloop op Haachts grondgebied is heel wat vlakker en mondt uit in de Lipsebeek.
© Ferrariskaart (1777)
Hooigrachtloop
De Hooigrachtloop hoort samen met de Don Boscogracht en de Schorisgatbeek, bij het grachtenstelsel dat het groene, van oorsprong moerassige gebied ten zuidwesten van het centrum van Haacht moest ontwateren. Zodoende konden perceeltjes afgebakent en gebruikt worden als hooiweide.
Leigracht
Deze Leigracht (elke gemeente heeft minstens een leigracht: een gracht die water naar of van ergens weg leidt…) vertrekt een eindje ten zuidoosten van Haacht, ongeveer ter hoogte van de Remytoren, aan de overkant van het kanaal Leuven-Dijle. Ze volgt de Vaart trouw rechtdoor en mondt ter hoogte van Hambos uit in de Lispebeek.
Roostbeek
Deze kleine, eerder recente beek of gracht verwijst naar een groots en ver verleden: dat van de heerlijkheid van Roost en haar 14e eeuws kasteel. De kleine, defensieve waterburcht werd doorheen verschillende eeuwen en bouwfases uitgebreid. Vanaf begin 16e-eeuw is er sprake van de brede slotgrachten. In de 19e eeuw werd het kasteel afgebroken, in de 20e eeuw werden de meeste grachten bijna alle grachten gedempt en werd de site doorsneden door de Antitankgracht uit 1939. De Roostbeek draineert de site, die immers gelegen is in de van oorsprong drassige Dijlevallei, richting de Binnebeek.
© Villaretkaart (1745 – 1748)
Villaretkaart (1745 – 1748): Chateau de Ruyst
Schoonbroekloop (Goorlaak, Winkelhagebeek)
Het Schoonbroek, het groene lappendeken ten zuidwesten van Haacht-centrum, vormt samen met het Schorisgat en het Haachts Broek een drassig restant van een oude Dijle-arm. De historische Popp- en Vandermaelenkaarten leren ons dat een deel van de Schoonbroekloop er al was rond het midden vande 19e eeuw. Alles wijst erop dat het een afwateringsgracht was om percelen bruikbaar hooi- of grasland te kunnen creëren. Tegenwoordig is de Schoonbroekloopt verlengt en start ze aan de Stationsstraat. Ze mondt 2 km verderop uit in de veel grotere Leibeek.
© Topografische kaart Vandermaelen (1846 – 1854)
Schorisgatbeek (Battelbeek)
De Schorisgatbeek loopt door … het Schorisgat: de groene verbinding tussen het Haachts Broek aan de ene kant en het Schoonbroek aan de andere kant. Uit toponiemen en straatnamen in de buurt kunnen we afleiden dat het gebied werd gebruikt als hooiweide. De huidige beekjes (zoals de Schorisgatbeek) en grachten zorgden voor de nodige afwatering om perceeltjes droger te maken en te kunnen bewerken.
Tussen de open graslanden wandel je over de oudste weg van Haacht. Hij zou aangelegd zijn in de IJzertijd door lokale Keltische bevolking. Ze gebruikten een fundering van dwarsbalken en takken, waardoor wegenbouw op zo’n drassige ondergrond mogelijk werd. Dit stukje tracé zou een onderdeel vormen van de toenmalige route tussen het huidige Brussel en Lier.
Sint-Adriaanbeek (Eikebeek)
Dit korte beekje draagt de naam van de parochie waardoor ze stroomt, en dus ook van het nabijgelegen kerkje: Sint-Adriaan. Daarnaast is ook het gehucht in Haacht Sint-Adriaan genoemd. Het beekje watert af naar de nabijgelegen Binnebeek.
Spetstraatjesloop
De leukste Haachtse beeknaam moet wel de Spetstraatjesloop zijn. Een blik op de kaart leert ons onmiddellijk het hele verhaal. De gracht vertrekt aan het doodlopende Spetstraatje, van oudsher een nat weggetje. We zitten hier dan ook in de drassige valleiomgeving ten zuiden van Haacht, meer bepaald vlakbij het Schorisgat. De gracht voert het overtollige water weg van de bewoning naar de iets noordelijker stromende Leibeek.
© Vlaamse Hydrologische Atlas (VHA)
Vlaamse Hydrologische Atlas Vlaams-Brabant op OpenStreetMap
Standonckhofloop
De Standonckhoeve gaat al enkele eeuwen terug: ze is te zien op 18e-eeuwse kaarten. Op de Atlas der Buurtwegen is met grote preciese de brede en de smalleren gracht rondom het goed ingetekend. Vandaaruit vertrek nog steeds de Standonckhofloop. Het korte grachtje mondt zo’n 350 m verderop uit in de nabijgelegen Leibeek.
© Atlas der Buurtwegen (1841)
Terhulstbeek
De korte Terhulstbeek vormt een connectie tussen de ringgracht van villa -voormalig Hof- ter Hulst. Ze ontspringt bij de gracht en mondt even verder uit in de Lispseveek. We weten zeker dat in het midden van de 18e eeuw een omwalde kasteelhoeve Hof ter Hulst op deze plek stond. Het werd verwoest tijdens de Eeerste Wereldoorlog en is in de jaren 1920 vervangen door een pseudovakwerkvilla met siertuin, waarbij de grachten deels bewaard zijn gebleven.
Wilde Heidebeek
De Wilde Heidebeek ontspringt dichtbij Rotselaar en stroomt 1,5 km lang oostwaarts waarna ze uitmondt in de Binnebeek. Daarbij vloeit ze door het gehucht Wilde Heide, die op de 18e-eeuwse Villaretkaart grappig genoeg fonetisch vertaald werd in het Frans als “Huille de huy”. Het toponiem kent van oorsprong twee potentiële pistes. Ofwel was het de Wieleheide, vernoemt naar de Wiel: de samenvloeiing van de Bessemhoefgracht en de Roedhoevegracht die een trechter vormt in de Wilde Heidebeek op die plek. Ofwel was het het de bodem van de plek: een 500 m lange en 250 m brede zandheuvel waarop van oudsher heide groiede en door de nabijgelegen woongemeenschap gebruikt werd als “gemene” of “woeste” grond om hun schaapskudden te laten grazen.
Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.